Stappenplan voor het collectief ontslag

stap 1 - Aankondiging intentie

De werkgever kondigt zijn plannen aan om werknemers te ontslaan.

stap 2 - Informatie en consultatie

De werkgever legt de vertegenwoordigers van de werknemers (ondernemingsraad, vakbondsafvaardiging, CPBW of werknemers) een geschreven document voor. Dit vermeldt ten minste:

  • de redenen van de geplande ontslagen;
  • het aantal en de categorieën van de betrokken werknemers;
  • het aantal en de categorieën die hij gewoonlijk tewerkstelt;
  • de periode waarin tot ontslag zal worden overgegaan;
  • de criteria die zullen worden gehanteerd bij de selectie van de werknemers die in aanmerking komen voor ontslag;
  • de berekeningswijze van eventuele afvloeiingsuitkeringen die niet volgens de wet of een cao verschuldigd zijn.

De werkgever stuurt een kopie van dit geschreven document naar de VDAB, FOREM, ACTIRIS of ADG. Hij moet ook een exemplaar bezorgen aan de voorzitter van het directiecomité van de FOD WASO (formulier beschikbaar).

De werkgever geeft een uiteenzetting waarin de inhoud van dit document wordt toegelicht. Hij doet dit ten vroegste één dag na de indiening van het geschreven document.

De werkgever raadpleegt de vertegenwoordigers van de werknemers (ondernemingsraad, vakbondsafvaardiging, CPBW of werknemers). Samen bekijken ze de mogelijkheden om het collectief ontslag te voorkomen of af te zwakken. Ook zoeken ze naar mogelijkheden om de gevolgen van de ontslagen te verzachten (sociale begeleidingsmaatregelen).

De werkgever beantwoordt eventuele vragen, suggesties of opmerkingen.

stap 3 - Notificatie (betekening collectief ontslag)

Als de werkgever vindt dat de informatie- en consultatieprocedure is afgerond, licht hij de VDAB, FOREM, ACTIRIS of ADG in over zijn plannen voor collectief ontslag (dag X). Hij moet deze betekening bezorgen aan de voorzitter van het directiecomité van de FOD WASO (formulier beschikbaar). Deze kennisgeving moet de volgende elementen bevatten:
  • de redenen van de voorgenomen ontslagen;
  • het aantal betrokken werknemers (ingedeeld naar geslacht, leeftijdsgroep, beroepscategorie en afdeling);
  • het aantal werknemers dat gewoonlijk tewerkgesteld wordt;
  • de periode waarover het ontslag zal plaatsvinden;
  • de raadplegingen die plaatsvonden met de vertegenwoordigers van de werknemers;
  • administratieve gegevens.

In de kennisgeving moet de werkgever bovendien bevestigen dat de volgende voorwaarden zijn vervuld:

  • de vertegenwoordigers van de werknemers hebben een schriftelijk verslag van de plannen voor een collectief ontslag gekregen;
  • de leden van de ondernemingsraad, de vakbond of de werknemers hebben de mogelijkheid gekregen om vragen te stellen in verband met het voorgenomen collectief ontslag. Ze kregen ook de kans om argumenten te formuleren of tegenvoorstellen te doen;
  • er is een bewijs van een vergadering hierover met de vertegenwoordigers van de werknemers;
  • hun vragen, argumenten en tegenvoorstellen zijn onderzocht en beantwoord.

stap 4 - Sperperiode

Binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf dag X (X tot X+30):

  • kunnen de vertegenwoordigers van de werknemers bezwaren formuleren over de naleving van de procedure, en
  • mag de werkgever niet opzeggen.

Na verloop van de termijn van 30 dagen (X+30) mag de werkgever opzeggen, behalve:

  • als de directeur van de VDAB, FOREM, ACTIRIS of ADG de termijn van 30 dagen verlengt (tot max. 60 dagen, waarbij de werkgever beroep kan aantekenen bij het beheerscomité van VDAB, FOREM, ACTIRIS of ADG);
  • als de vertegenwoordigers van de werknemers gegronde bezwaren formuleren. De werkgever moet dan eerst aan de 4 voorwaarden voor de procedure voldoen en dan voor een nieuwe kennisgeving zorgen (terug naar X).

De directeur van de gewestelijke tewerkstellingsdienst kan de termijn van 30 dagen verkorten of verlengen tot maximaal 60 dagen.

stap 5 - Ontslag

Ontslag (dag Y):

  • na afloop van de termijn van 30 dagen (X+30);
  • na afloop van de verlengde termijn (maximaal 60 dagen) (X+30 tot X+60);
  • na afloop van de termijn die het beheerscomité bepaalde in beroep door (X+30 tot X+60).

Gedurende 30 dagen volgend op het ontslag (Y+30) kan de ontslagen werknemer de naleving van de procedure (de 4 fasen) betwisten. Daarvoor moeten de vertegenwoordigers van de werknemers, binnen de termijn van 30 dagen na de kennisgeving van de werkgever aan de VDAB, FOREM, ACTIRIS of ADG (X tot X+30), een bezwaar met betrekking tot de naleving van de procedure formuleren.

Bronnen

Bevoegde instantie

FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Algemene Directie Arbeidsrecht en juridische studiën
Telefoonnummer: 02.233.41.11
E-mail: ajs@werk.belgie.be
Bevoegdheden: arbeidsovereenkomsten, organisatie van de arbeid en arbeidsduur, informatie en raadpleging van de werknemers, overgang van ondernemingen, tewerkstellingscel, outplacement in het kader van de tewerkstellingscel, paritaire leercomités, hulp bij tewerkstelling